Toepassingsgebieden

Symbool LadekastMeubel- en interieurinrichting
Symbool van een kleine man die uit het brandende huis rentBrandbeveiliging

Producteigenschappen

Icoon decorkettingenDiversiteit in decor en/of structuur
Icoon plaatje dat wordt schoongemaaktOnderhoudsvriendelijk
Icoon met een glas en een vorkGeschikt voor levensmiddelen
Icoon met een doorkruiste vlamNiet brandbaar
Icoon plaat met hamerStootvast

Toepassingsgebieden

In de preventieve brandwerendheid universeel inzetbaar ter reductie van de brandontwikkeling. In het bijzonder daar waar niet-brandbare materialen vereist zijn en een bijzondere eis aan het design en de onderhoudsvriendelijkheid gesteld wordt. Toepassingen in decoratieve interieurinrichting zoals meubels, inbouwelementen en wandbekledingen in noodzakelijke gangen en trappenhuizen (vlucht- en reddingswegen) in standaard gebouwen, maar ook bij verhoogde eisen in bijzondere gebouwen zoals hoge flats, grote kantoorgebouwen, ziekenhuizen, verzorgingsinstellingen, scholen, kleuterscholen, hotels, verkoop- en verzamelplekken, etc. Het gebruik in vochtige ruimtes en buiten wordt niet aangeraden.

Productdoorsnede

Beschikbaarheid

Formaat

Lengte (mm)Breedte (mm)Dikte (mm)
2.8002.0704 | 6 | 7 | 8 | 10 | 12 | 13 | 15

Producteigenschappen

Productnorm

  • Gebaseerd op EN 438-4

Basismateriaal

  • Minerale compacte kunststofplaat: Compacte kern uit primaire minerale bestanddelen met uitstekende stevigheidseigenschappen. Geschikt voor ruimtes die onderhevig zijn aan bijzonder strenge eisen voor brandbeveiliging.

Volumegewicht

  • - 1.900 kg/m³

Brandgedrag

  • Niet brandbaar
  • A2-s1,d0 (EN 13501-1)

Formaldehyde-emissieklasse

  • E1 E05

Productveiligheid

  • Dit product is in overeenstemming met de REACH-verordening EG 1907/2006 een fabricaat en dit fabricaat hoeft niet aan registratieplicht krachtens artikel 7 onderworpen te worden.
  • Het oppervlak is fysiologisch gezien onschadelijk en toegestaan voor het contact met levensmiddelen (conform Verordening (EU) Nr. 10/2011).
  • Het decoratieve oppervlak bestaat uit papierlagen en een minerale materiaalkern, die met duroplastische harsen doordrenkt zijn. Deze harden tijdens het productieproces door hitte en hoge druk geheel uit. Ze bouwen een stabiele, resistente en niet reactief materiaal.

Bijzonderheden

  • Voor beschikbare decors bekijk de Duropal flameprotect compact collectie op www.pfleiderer.com.

Kleuren en oppervlakken passen bij elkaar

  • Decor, structuur en drager beïnvloeden het uiteindelijke uiterlijk van het eindproduct.
  • Door de productspecifieke verschillen in productietechnologieën, zelfs identieke decor/structuur/basiscombinaties binnen of met verschillende productgroepen en formaten tot lichte optische en haptische afwijkingen. Dergelijke afwijkingen vormen geen gebrek.
  • Vooral de keuze van de oppervlakstructuur heeft een belangrijke invloed op de visuele indruk, de haptische perceptie en de technische kenmerken van het product. Zo kan de algemene indruk van een decor bijna volledig veranderen afhankelijk van de oppervlakstructuur. Bovendien kunnen mechanische invloeden op het productoppervlak leiden tot een hoger contrasterende optische waarneming met donkere decors.
  • Om ervoor te zorgen dat u altijd het beste resultaat behaalt met onze producten en om eventuele afwijkingen vooraf op te helderen, adviseren wij u graag individueel.

Productbehandeling

Machine en gereedschap

  • De verwerking is mogelijk op alle traditionele bewerkingssysteme - en centra voor houtproducten.
  • Plaatopdeelzaag:
    – Snijsnelheid: 65–75 m/s
    – Toevoer: bij afzonderlijke sneden tot 10 m/min., in het pakket tot 7 m/min.
    – Uitstekend snijgedeelte: 15–30 mm
    Formaatcirkelzaag:
    – Snijsnelheid: 65–75 m/s
    – Toevoer: bij afzonderlijke sneden tot 10 m/min., in het pakket tot 7 m/min.
    – Uitstekend snijgedeelte: 15–30 mm
  • Voor de be-/verwerking zijn diamantgereedschappen geschikt.

Randafwerking

  • In principe raden wij een randverzegeling aan.
  • Het smalle lijmoppervlak moet absoluut stofvrij zijn of voorbehandeld worden met een primer.
  • De randsterktetest moet niet onmiddellijk na het opstarten worden uitgevoerd, maar pas na enkele minuten.

Sluitwerktechnologie

  • Alle traditionele verwijderbare en niet verwijderbare verbindingsstukken voor houtproducten, compacte kunststofplaten en mineraalplaten zijn geschikt.
  • Verbindingen en bevestigingen met lijmsystemen zijn bij toepassingen in de zin van de Duitse algemene technische goedkeuring niet toegestaan.
  • Voor wandbekledingen is ook een bevestiging met achterinsnijdende ankers geschikt, bijv.- wig-achterinsinijdend-gevelanker: Plaatsingsdiepte 7 mm bij een 9 mm plaat, breukbelasting 1,7 kN- Fischer FZP-N achterinsnijdend anker: Verankeringsdiepte 5 mm bij een 9 mm plaat, gemiddelde breukkracht 1,3 kN
  • Oor de meubelproductie moeten geschikte beslagen of schroeven worden gebruikt die geschikt zijn voor een maximale eindpaneeldikte tot 15,0 mm.

Inbouw en montage

  • Let in principe op een vakkundige verwerking en montage volgens de actuele stand van de techniek. Daarbij moet met name rekening worden gehouden met de materiaaltypische eigenschappen op grond van het hoge mineraalgehalte.
  • Vóór de montage moeten alle systeemelementen (wandbekledingselementen, draagconstructie) voldoende, gedurende meerdere dagen geconditioneerd worden. De ruimten zelf moeten daarbij overeenkomstig het latere gebruik geklimatiseerd worden.
  • Bij een ingebouwde toepassing moet voor een goede achterventilatie en een klimaatevenwicht aan beide zijden gezorgd worden.
    - Voor voldoende luchtcirculatie moet de holle ruimte min. 20 mm bedragen.
    - Het is belangrijk dat horizontaal lopende draagconstructies zoals de begin- en eindstukken van de wandbekleding zo onderbroken worden, dat een verticale achterventilatie mogelijk is.
    De directe bevestiging op de ondergrond zonder luchtinlaat moet vermeden worden.
  • De ondergrond mag niet vochtig of instabiel zijn. Er moet op gelet worden dat het minimum draagvermogen en de minimum stabiliteit voor het desbetreffende gebruik aanwezig zijn.
  • Nieuwe wanden (gemetseld, van beton of bepleisterd) bevatten aanzienlijke hoeveelheden vocht en moeten volledig droog zijn vóór de bekleding.
  • Er moet gezorgd worden voor voldoende bewegingsmogelijkheid van het plaatmateriaal in de ingebouwde toestand, de boringen moeten een overmaat hebben van min. 0,5 mm.
  • In principe moet erop worden gelet dat de uitzetting van alle gemonteerde Duropal flameprotect compact niet wordt belemmerd. Bij het combineren met andere of identieke materialen moet rekening worden gehouden met de eventueel verschillende uitzettingscoëfficiënten in geval van klimatologische veranderingen.
  • Daarnaast wijzen wij op de specificaties van de geldige algemene technische goedkeuring. De bevestiging van de platen op de ondergrond moet daarbij steeds mechanisch met niet brandbaare bevestigingsmiddelen plaatsvinden.
  • Duropal flameprotect compact heeft geen constructieve eigenschappen.
  • Met name bij toepassingen op grote oppervlakken wordt aanbevolen, bij verdere verwerking en inbouw op de kleur- en structuurhomogeniteit van de te gebruiken platen en het voorbereide materiaal te letten en het materiaal met inachtneming van het type productie te verwerken.
  • De directe bevestiging op de ondergrond zonder luchtinlaat moet vermeden worden.
  • De onderconstructie moet worden beschermd tegen corrosie en moet bestaan uit onbrandbare materialen.

Opslag, gebruik en transport

  • De opslag moet steeds over het gehele oppervlak, gelijkmatig met de randen en horizontaal op een vlakke en schone onderlaag plaatsvinden, die met een kunststof folie is afgedekt. De bovenste plaat moet ook met folie en met een afdekplaat over het gehele oppervlak worden afgedekt.
  • Beschermen tegen luchtvochtigheid en vochtinwerking.
  • Vermijd directe hitte en daaruit eventueel voortvloeiende uitdroging van HPL-platen door licht- of warmtestraling, bijv.luchtstromen van verwarmings- of klimaatsystemen.
  • Vreemde voorwerpen en schurende verontreinigingen in de stapel platen kunnen leiden tot indrukkingen en beschadigingen van het oppervlak.
  • De platen mogen niet tegen elkaar verschoven en over elkaar getrokken worden, ze moeten met de hand of met zuignappen één voor één opgetild worden.
  • Bij het transport van stapels platen moeten onderlagen gebruikt worden die groot genoeg en stabiel zijn, bv. pallets. De platen in de stapel moeten beveiligd zijn tegen wegglijden.

Arbeidsveiligheid en bescherming van de gezondheid

  • Bij zagende / slijpende bewerking zorgen voor voldoende afzuiging.
  • Voldoende ventilatie en luchtgeleiding garanderen.
  • Bij schoonmaakwerkzaamheden stof zuigen, niet blazen.
  • De werkkleding moet tijdens de plaatbewerking de lichaamsdelen (lichaam, benen, armen) volledig bedekken.
  • Gebruik van de in de handel verkrijgbare huidbeschermingsproducten voor tijdens het werk (crèmes, etc.).
  • Wij raden het gebruik van een stofmasker (P2) aan.
  • Draag voor desbetreffende activiteit noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM).

Reiniging en verzorging

  • De reiniging van het oppervlak kan gebeuren met water en milde schoonmaakmiddelen.

Afstoting

  • Bij de verwerking van grotere hoeveelheden wordt een afzonderlijke afzuiging aanbevolen. Plaatafval en grotere hoeveelheden stof moeten apart verzameld en verwijderd worden.
  • Afvalsleutelnummer voor verwijdering: 030199

Wilt u meer weten?

Neem dan contact met ons op. Wij staan voor u klaar.

Productaanvragen en verkoopafdeling

+49 (0) 91 81 28 48 0